Poëziekrant 4, 2019, zomernummer
In het zomernummer van Poëziekrant worden Hans en
Monique Hagen geïnterviewd door Koen Vergeer, gaat Pauline van
Dun in gesprek met dichter Dominique De Groen en antwoordt Tomasz
Różycki op de vragen van René Smeets. Reportages vind je er over
het superdiverse Nederlandstalige poëzieveld, over poëzie en
archeologie, en over Vers Brussel.
Gedichten
De gedichten in dit nummer werden aangeleverd door Eva Gerlach,
Koen Stassijns, Esohe Weyden, Peter Theunynck, Delphine Lecompte
en Arnoud Rigter. Ook werk van vier van de vijf genomineerde
dichters voor de Poëziedebuutprijs Aan Zee komt aan bod: Roelof
ten Napel, David Nolens, Gerda Blees en Moya de Feijter. Het
Raveelgedicht is dit keer van Arno Van Vlierberghe. Gedichten van
Harry Szpilmann werden vertaald door Bart Vonck.
Recensies
Recensies zijn er van de poëzie van Ben Zwaal, Geert Viaene,
Jonatan Griffioen, Mischa Andriessen, Michael Tedja, Jan-Willem
Anker, François Muir, Jack Spicer, Piet Gerbrandy, Jacobus Bos,
Bart Plouvier en over de biografie van Jan Greshoff door Annemiek
Recourt, en die van Willem Wilmink door Elsbeth Etty. Debuten
worden gewogen van Bert Van Raemdonck, Nikki Dekker en David
Nolens.
Vaste rubrieken
Natuurlijk is er ook ruimte voor de vaste rubrieken U
nu!, De Zeef, Serendipity en columns.
Benieuwd? Hier kan je alvast het artikel van Virginie Platteau
lezen over 'Het superdiverse Nederlandstalige
poëzieveld'!
Coverfoto (c) Isolde Woudstra