Er is eb en vloed, er is springtij en doodtij, maar ‘tussentij’? In het gedicht ‘Wekt zij de stem op’, waarin de altijddurende aanwezigheid van de moederfiguur centraal wordt gesteld, gunt GEERT VIAENE de lezer een blik op de mogelijke betekenis van het neologisme dat hij als titel aan zijn tweede dichtbundel gaf: ‘we nemen even afstand / er ontstaat een tussentij’.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.