‘Beauty is truth, truth beauty,—that is all / Ye know on earth, and all ye need to know.’ Die slotregels van Keats’ ‘Ode on a Grecian Urn’ hangen als een onuitgesproken motto boven The Beauty of the Husband (2001), een dichtwerk dat zichzelf bestempelt als ‘een fictie-essay in 29 tango’s’. Anne Carson draagt het boek in de eerste regel aan Keats op, al zegt ze er meteen bij dat ‘a dedication has to be flawed if a book is to remain free’.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.