Wie de podiumgedichten van Max Greyson vergelijkt met de (latere) gebundelde versies ervan, wordt niet alleen getroffen door de bezwerende en soms ironische toonzetting van zijn ‘spoken word’, maar ook door allerlei (subtiele) verschillen en varianten. Of dat noodzakelijk geldt voor de nieuwe bundel Dramaturgie van het loslaten (2024; verder DVHL) weet ik niet meteen, maar voor Waanzin went niet (2016; verder WWN) en Et alors (2019; verder EA) is dat onmiskenbaar zo. Bovendien is de dichter inmiddels als romancier gedebuteerd met Een waarschijnlijk toeval (2021) en lijken de daarin geëvoceerde scènes een herkenbare autofictionele context – ik-verteller Max is net als de auteur geboren ‘op zondag 17 april, 1988’ – toe te voegen aan deze erg ritmische, gecadanceerde, volop assonerende poëzie.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.