In het poëtische oeuvre van Bart Vonck krijgen de taal en de poëzie zelf een centrale rol. Het levert weerbarstige gedichten op die de lezer een afbrokkelende spiegel van de werkelijkheid voorhouden. Het gedicht toont zich als een autonome entiteit en de dichter benadert het tentatief, schroomvol en onderzoekend. Zo ook in zijn nieuwe bundel Mesmess (samenstelling van ‘mes’ en het Engelse ‘mess’ (knoeiboel, rotzooi)), hoewel het middelste gedeelte ervan een merkwaardige stijlbreuk in Voncks oeuvre toont.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.