Andy Fierens is een van de noeste werkpaarden uit onze literatuur. Hij is niet alleen de auteur van een onvolprezen hedendaagse schelmen roman en enkele dichtbundels, hij is steevast onderweg voor poëzieworkshops met jong en oud of voor publieke optredens. Ook in zijn nieuwe bundel De trompetten van Toetanchamon klinkt de stem van de performer sterk door: er is het pathos, de zin voor drama en overdrijving die het lyrische ik uitvergroot (soms op een ronduit schaamteloze manier) maar die dat ik evenzeer ironiseert en daardoor opnieuw verkleint.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.