Aan de zeven afdelingen uit Archipel van Geert Jan Beeckman (1961) gaat het gedicht ‘Bestaansverheldering’ vooraf, dat gelezen kan worden als een programmatische inbedding van het geheel. De grenzen van tijd en ruimte worden opgeheven, van Plato’s allegorie van de grot (‘Toen wij zagen dat vuur geen schaduw heeft’) tot het hier en nu (‘In de nazaten van het licht blijven wij hangen / voor een daad van het zien.’).

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.