Om een huis te bouwen heb je hoekpijlers of ‘poteaux d’angle’ nodig, die de muur recht houden terwijl de metser zijn werk doet. Dergelijke hoekpijlers vormen de in elkaar hakende aforismen en prozagedichten van de Frans-Belgische dichter Henri Michaux (1899–1984). Of is het net omgekeerd: de aforismen van Michaux slaan onze eigen hoekpijlers weg, waardoor ons perspectief kantelt, het huis waarin wij onszelf aan het inmetselen waren instort, en we onszelf kunnen bevrijden. Hoe het leven te bewonen? Michaux richt zich rechtstreeks tot zowel de lezer als zichzelf met goede raad.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.