In het vorige nummer van Poëziekrant (september/oktober 2024) werd de herdruk van de verzamelde gedichten van Daan Zonderland zuinig besproken: ‘goede ritmische vondsten’ en ‘kleurrijke rijmen’ wogen niet op tegen een ‘wisselvallig prosodisch talent’, ‘zoutloosheden’, ‘kromme klemtoonlegging’ en ook het malicieuze compliment dat veel gedichten ‘lekker kort zijn en dus afgelopen vóór maatwerk kan verzanden in maakwerk’. Kort daarop verscheen een herdruk van Kees Stip (1913–2001), Het grote beestenfeest. Houdt het werk van déze puntdichter wél stand?

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.