Jess De Gruyter (1973), dichter en cineast, werkt al jaren aan een groots epos. Hij ziet zijn opeenvolgende dichtbundels als een groot en samenhangend geheel. Bovendien kenmerken zijn gedichten zich als dragers van een flitsende montage waarin de beelden zich snel en aan de lopende band opstapelen.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.