PAUL DEMETS heeft zijn bundel De klaverknoop getoonzet in de maat van zeven. Binnen zeven cycli, gevat in twee overkoepelende afdelingen die elkaar weerspiegelen als anagrammen (respectievelijk ‘Monade’ en ‘Nomade’) en elk apart in hun respectieve uitwerking telkens bestaande uit zeven gedichten, gaat de dichter op zoek naar een eigen identiteit. Eenduidig is de tocht allerminst.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.