Heelal van papier van Koen Vergeer (1962) bestaat uit elf brieven: een inleidende aan de lezers, zeven aan schrijvers en dichters en de overige drie aan Cézanne, Tarkovski en Mahler. Dat hij voor deze vorm koos, ligt voor de hand: de geadresseerden zijn deel van zijn leven geworden, ze voelen vertrouwd, en hij praat met hen, al zijn zij allen overleden. Het boek is een ode aan het lezen, dat is als het leven zelf: ‘onzeker, zoekend, emotioneel, beweeglijk, complex’. Vanzelfsprekend is dit hartstochtelijke, onthaaste lezen niet meer, want het heelal van papier wordt verdrongen door het heelal van internet.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.