‘Virtuoos’ en ‘verbluffend’ zijn kwalificaties die het oeuvre van Jacob Groot al aankleven sinds de dichter eind jaren 70 zijn neoromantische beginperiode afsloot. Even vaak valt in recensies het woord ‘vermoeiend’. Want zijn gedichten brengen veel, maar laten nog veel meer weg. Het is poëzie die niet van ophouden weet en waarvan het vertrekpunt al lang uit beeld is verdwenen. Dat maakt het moeilijk voor de niet-ingevoerde lezer om aan te klampen.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.