Anno 1931, zo wil de overlevering, ontvouwde Martinus Nijhoff in een zomerse Noord-Hollandse tuin zijn theorie van het gedicht als Perzisch tapijtje. ‘Het is mooi op zich zelf en in zich zelf, geheel onafhankelijk, vrij en los, van den maker.’ Nijhoffs voorkeur voor autonome poëzie ontmoedigde nieuwsgierigheid naar zijn leven, maar Bart Slijper komt alsnog met een indrukwekkende biografie.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.