Pierrine Poget (Genève, 1982) tekent, schildert en schrijft. Gebalde teksten, waarin elk overtollig woord ontbreekt. In korte fragmenten, die niettemin een eenheid vormen, biedt ze een bijzondere kijk op de werkelijkheid. Haar eerste prozaboek, Warda s’en va. Carnets du Caire (2021, La Baconnière), werd genomineerd voor de Prix Médicis Essai. Voor Fondations (2017, Éditions Empreintes), haar derde dichtbundel, ontving ze de Zwitserse Ramuz-poëzieprijs. Naar aanleiding van de publicatie van Fundamenten, de Nederlandse vertaling van het boek, ging de vertaler ervan, Katlijne De Vuyst, in gesprek met deze bijzondere auteur.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.