Geroezemoes weergalmt in de grandioze stationshal van Antwerpen-Centraal. Hier heb ik afgesproken met Esohe Weyden, spokenword-dichteres, student Rechten en Campusdichter in Antwerpen, met een kraakvers debuut: Tussentaal. Esohe was al te bewonderen op Pukkelpop en menig podium, op de sofa bij Wim Helsen, en jawel, tijdens het nationaal defilé op uitnodiging van de koning. Vandaag mag ik bij haar op audiëntie… in café Royal.

Esohe Weyden
(c) Melissa Giardina

MELISSA GIARDINA Je begon al erg jong met schrijven, hoe kijk je nu terug op die eerste gedichten?

ESOHE WEYDEN Schrijven is altijd een momentopname. Gedichten zijn kleine werkjes waar je aan kneedt en zijn volledig geschreven vanuit de persoon die je bent op een bepaald moment, dus uiteraard kan het perfect zo zijn dat je jezelf niet meer herkent als je een tekst van tien jaar geleden herleest. Het verschil tussen een meisje van zes en een meisje van zestien is veel groter dan dat tussen een vrouw van dertig en een vrouw van veertig. Ik kijk vooral met trots terug, omdat ik weet dat ik blij was met de tekst toen ik hem schreef, dus dat moment wil ik zeker koesteren. Anderzijds besef ik dat ik die teksten vandaag de dag niet meer zou gebruiken op een podium.

MG Zie je de evolutie bij jezelf?

EW Ja, zeker wel. Ik vind nu een betere balans tussen klank, rijm, ritme en het inhoudelijke. Vroeger was ik daar minder mee bezig, toen kwam het ‘mooi klinken’ echt op de allereerste plaats. Nu wil ik dat de inhoud ook volledig klopt.

MG Je bent spoken word-dichter, en dat is ook te merken in je debuutbundel. Elk gedicht is een performance op papier. Wat heeft de doorslag gegeven om toch voor een bundel te kiezen?

EW Ik heb de afgelopen drie jaar het gevoel gehad dat het toch een meerwaarde is om de teksten die ik perform ook op papier te kunnen lezen. Het is een én-én-verhaal, in die zin dat een performance of voordracht altijd heel kort en vergankelijk is. Ik wek instant een gevoel of emotie op en daar stopt het dan. Ik voelde dat de tijd rijp was om daar een tweede laag aan toe te voegen. Het podium biedt niet altijd de ruimte om dieper op een tekst in te gaan, maar nu krijgt het publiek de mogelijkheid om dat thuis alsnog te doen.

MG Tussentaal is een catalogus van je performances geworden. Zijn er ook gedichten die je specifiek voor deze bundel hebt geschreven, als poëzie op papier in plaats van op het podium?

EW Dat heb ik voor deze bundel wel gedaan, maar het is voor mij toch wezenlijk om te werken met klank en rijm. Bewust loslaten wat mij eigen is, vind ik best gevaarlijk. Ik wil vooral dat een gedicht weerspiegelt hoe iemand zich voelt op een specifiek moment. Een debuut moet weerspiegelen wie je bent, en dit ben ik.

MG Je bent ook de jonge dichteres die werd gevraagd om op te treden tijdens het burgerlijk defilé op de nationale feestdag.

Poëzie brengen voor de koning was een meisjesdroom die werkelijkheid werd.

EW Ik zag ’s ochtends de uitnodiging tussen mijn mails verschijnen en vroeg me af of het spam was. Het feit dat ze Félix Radu en mij gekozen hebben uit alle Belgische dichters overweldigde me enorm. Poëzie brengen voor de koning was een meisjesdroom die werkelijkheid werd.

MG Ik kan me inbeelden dat je de vraag of jij de nieuwe Amanda Gorman bent, meer dan beu bent?

EW (lacht) Ja!

MG Dan zal ik ze niet stellen.

Ik zie helemaal geen gelijkenis met Gorman, behalve dat we beiden jonge vrouwen zijn die voordragen. […] Ik vind haar uiteraard een inspirerend dichter, maar iedereen is toch vooral zichzelf?

EW Ach, ik begrijp het wel, maar ik stel me dan zelf steeds weer de vraag of Félix Radu ook met haar vergeleken wordt? Tenslotte stonden we daar samen op het podium, en hebben hij en ik exact hetzelfde gedaan. Ik zie helemaal geen gelijkenis met Gorman, behalve dat we beiden jonge vrouwen zijn die voordragen. Gorman is een zwarte Afro-Amerikaanse vrouw, ik ben het kind van een zwarte mama en een witte papa en heb een erg lichte huidskleur. Ik vind haar uiteraard een inspirerend dichter, maar iedereen is toch vooral zichzelf? Dat is ook net zo typerend voor poëzie en spoken word. De sector is zo verscheiden en net daarom is onze eigenheid zo belangrijk.

MG Wat is jouw eigenheid binnen die sector?

EW Ik schrijf over het algemeen vooral over heel persoonlijke onderwerpen; ik vertrek vanuit persoonlijke ervaringen en gevoelens. Je zal me weinig andere teksten horen brengen. Ook typisch voor mijn werk is dat ik subtiel gebruik maak van rijm en terugkerende klanken. Ik wil mensen bewegen met mijn woorden, daar komt het eigenlijk op neer.

MG Hoe ben je bij poëzie terechtgekomen?

EW Ik schreef altijd al, ook als kind. Binnen poëzie en spoken word kan je echt sleutelen aan kleine werkjes, je kan woorden schrappen, toevoegen – een klein werkje dat eigenlijk een groot werk is. Dat puzzelen vond ik erg fascinerend, het bouwen en timmeren aan iets kleins dat uiteindelijk toch wel een grote impact kan hebben.

MG Wat is voor jou de kracht van spoken word-poëzie?

EW Ik denk dat spoken word zeker de drempel kan verlagen naar literatuur en poëzie: je wordt als het ware overspoeld door poëzie. Ik zou willen dat poëzie, net zoals film, muziek en televisie, er voor iedereen is, dat ze toegankelijker wordt. Je vindt er net dezelfde verhalen en emotie in.

MG Je studeert rechten. Juridische taal lijkt me in sterk contrast te staan met poëzie? Breng je binnenkort een pleidooi in slam?

EW Ha, ik denk niet dat de rechtbank dat zou appreciëren! Ik vind het net fijn dat een dag kan bestaan uit heel uiteenlopende dingen, dat ik niet constant bezig hoef te zijn met creatief schrijven. Die creativiteit loslaten op bepaalde momenten houdt mijn brein wel fris, dat voel ik. Ik hou van de tweestrijd. Mijn instrumenten om te overtuigen zijn sowieso altijd taal en performance, of dat nu voor een jury, een rechter of een publiek is.

Esohe Weyden
(c) Melissa Giardina

MG Je hebt dus al een streepje voor op de andere advocaten omdat je geen last meer hebt van plankenkoorts?

EW Misschien wel, die is met de jaren veel minder geworden. Ik word vooral zenuwachtig wanneer er mensen in de zaal zitten die ik ken. Als mijn ouders naar een optreden komen, bijvoorbeeld, ben ik altijd erg nerveus – veel nerveuzer dan wanneer ik voor 300 onbekenden spreek.

MG Hoe ziet een werkdag van Esohe eruit?

EW Steeds erg gevarieerd, ik heb geen specifieke dagen of uren waarop ik schrijf. Overdag heb ik les of geef ik workshops en lezingen, ’s avonds schrijf ik of treed ik op. Geen enkele dag is hetzelfde. De ene dag sta ik op een bedrijfsfeestje poëzie te brengen in een private bank, de andere dag sta ik op het podium van een cultureel centrum als de Roma, of zit ik in de studio’s van De Zevende Dag. Het schrijven zelf is meestal echt een stortvloed, een soort van stream of consciousness. Ik vind het erg belangrijk om veel door te schrijven, omdat er heel veel nuttige en waardevolle dingen tussen kruipen. Dan begint uiteraard het proces van schrappen en herschrijven: waar ik mee begin en het eindresultaat zijn twee volledig verschillende teksten, maar het oorspronkelijke gevoel waarmee ik de tekst schreef, de essentie eigenlijk, blijft wel steeds behouden. Ik probeer van de chaos iets moois te maken. Gedachten zijn altijd chaotisch en wij proberen die altijd te structureren. Ik doe dat in de vorm van gedichten.

MG Is slam poetry dan diezelfde stream of consciousness op het podium?

EW Wel, ik ben eigenlijk niet echt een slammer. Technisch gezien spreek je van slam poetry vanaf het moment dat er een battle aan verbonden is, schrijvers en dichters die poëzie – niet per se in de klassieke zin van het woord – brengen op een podium en met mekaar in competitie gaan. Spoken word is letterlijk het gesproken woord, alles wat je brengt op een podium; het is echt een soort van containerbegrip. In de workshops die ik geef ligt de nadruk niet alleen op de gedichten, maar ook op de manier waarop je die overbrengt in een eigen stijl. Ik ga bijvoorbeeld dieper in op de wijze waarop je een tekst schrijft zodat die goed bekt en goed klinkt. Zeker in scholen probeer ik jongeren toch wat te pushen om het ook eens te proberen. Er zijn heel veel mensen die graag schrijven, maar niet weten dat er ook een podium voor bestaat. Spoken word ontdekken heeft mijn leven veranderd, en ik wil andere jonge mensen de kans geven om dat misschien ook te kunnen ervaren.

Esohe Weyden
(c) Melissa Giardina

MG Ik ben ook altijd benieuwd wat dichters en auteurs zelf graag lezen.

EW Het grappige is dat er veel muzikanten zijn die erg weinig muziek luisteren omdat ze zo weinig mogelijk beïnvloed willen worden. Ik lees zelf ook amper poëzie. Tegenwoordig zit ik echter voortdurend met mijn neus in de wetboeken. Als ik dan wel poëzie lees, probeer ik verschillende bundels naast mekaar te lezen, zeker wanneer ik de dichter in kwestie op een podium heb gezien. Zo las ik bijvoorbeeld Doe het toch maar van Babs Gons en in dezelfde week ook The Thrill of Victory van Sesa. Ik kreeg ook een bundel van Akwasi cadeau van een vriendin, Laten we het er maar niet over hebben. Dat is de titel, voor de duidelijkheid! Ik vond schoonheid in de chaos van het tegelijkertijd lezen van die werken. Vroeger las ik graag misdaadromans, ik hield vooral van de vrouwelijke hoofdpersonages in de boeken van Nicci French. Mijn droom is altijd geweest om advocate te worden, dus de poëzie zal eens ik werk wel even op een lager pitje komen te staan. Maar het is wel duidelijk dat de poëzie altijd een groot en belangrijk deel van mijn leven zal zijn, ik zal haar nooit kunnen loslaten.

MG Lawyer by day, poet by night. Klinkt als het begin van een spannende film.

EW Ja, toch? Ik zie dat wel als een soort ideaal leven. Nu, ik heb zelf gemerkt dat je leven soms op korte tijd heel drastisch kan veranderen, zeker wanneer je jong bent. In de periode dat ik Nicci French las, was ik er volledig van overtuigd dat ik procureur zou worden, maar nu ik in de Master Rechten zit, merk ik toch een fascinatie in een weer andere richting. Zo blijf je constant in beweging, die evolutie beschrijven maakt het allemaal erg boeiend.

MG Vastzitten, wirwar, touwen, knopen, in de war zitten, uit de war halen. In bijna elk gedicht in Tussentaal moet er wel iets losgewrongen worden. Zit je zoektocht naar de evolutie van Esohe in het schrijven?

EW Wat ik belangrijk vond in deze bundel is te tonen wie ik ben, waarmee ik bezig ben, hoe ik me voel, en dat is met Tussentaal ook gelukt. Schrijven is vaak een vorm van therapie, een zoektocht inderdaad. Ik ben sowieso altijd bezig met het concept tijd, met loslaten en vrijheid, en dat lees je in praktisch elk gedicht. Ik droom er ook wel van om mettertijd een oeuvre op te bouwen, een hele lijst aan bundels die weerspiegelen wie ik was op welk moment in mijn leven.