Met de titel van zijn debuut Nachtlus verwijst JEROEN MESSELY naar de loop waarin de programma’s van onze tv-zenders tussen middernacht en de ochtend worden gezet. Het titelgedicht van de bundel maakt de zielloze bedoening tastbaar die zo’n aanpak genereert: elke strofe herneemt aan het begin het slotwoord van de eraan voorafgaande, terwijl – om alles nog meer in de verf te zetten – begin- en eindwoord van het gedicht identiek zijn. Zo blijft de lus in het oneindige van de nachturen doordraaien.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.