De goegemeente neemt aan dat kunstenaars en schrijvers elkaar altijd treff en in dranklokalen en op liederlijke feesten. Ongetwijfeld wordt menige afspraak in dergelijke gelegenheden beklonken, maar een andere broedplaats van artistiek en literair talent blijft over het algemeen wat meer onder de radar: scholen. Maurice Maeterlinck ontmoette Charles Van Lerberghe en Grégoire Leroy in het Sint-Barbaracollege in Gent, Paul van Ostaijen ontmoette een aantal van zijn schrijfb roeders op het Koninklijk Athenaeum in Antwerpen, het literair tijdschrift Yang ontstond aan de Gentse Normaalschool, … Ook het Koninklijk Athenaeum van Berchem bleek een incubator voor literair talent. In 1961 richtte Henri-Floris Jespers, kleinzoon van de Antwerpse schilder Floris Jespers, er het tijdschrift Monas op. Hoewel de redactie uit vier personen bestond, bleef het toch vooral een eenmansproject van Jespers. Zoals zovele van die enthousiaste initiatieven was het tijdschrift ook geen lang leven beschoren en na drie nummers hield het tijdschrift er in januari 1963 al mee op.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.