In deze rubriek wordt telkens een opmerkelijk item uit de collectie van Poëziecentrum voorgesteld.
Een van de meest persoonlijke dichtbundels die in de twintigste eeuw in ons taalgebied verschenen, is ongetwijfeld het boek-object Mijn bloed van Rob Goswin. ‘Persoonlijk’ is in deze context niet alleen figuurlijk, maar vooral ook zeer letterlijk bedoeld. Het volledige boek-object ademt namelijk Goswin. De dichtbundel werd immers gepresenteerd in een houten kistje gemaakt uit dennenhout van Keerbergen (waar Goswin vandaan kwam) en bevat een druppel bloed van de dichter (A Rh+ D) getrokken door zijn vroegere huisarts en gegoten in een blokje polyester. Als bijlage bij de bundel was een monster toegevoegd van zijn geboortegrond te Schriek en een speciaal voor deze uitgave gegraveerde ets van de bevriende Mechelse kunstenaar Marc Vanderleenen. Als om de authenticiteit van het geheel nog eens te bevestigen, was de bundel niet enkel gesigneerd door Rob Goswin zelf, maar ook door zijn grootouders en door de huisarts die zijn bloed getrokken had.

Het boek-object werd vervaardigd op 75 exemplaren en werd in 1974 uitgegeven door uitgeverij Contramine van Tony Rombouts als zesde deel van de Poëziereeks van Contramine. Het vervaardigen van het boek-object had nogal wat voeten in de aarde, herinnert Rombouts zich. Het concept voor de publicatie kwam volledig van Goswin zelf. De tekst werd met de hand gezet door Rombouts. Het houten kistje werd gemaakt in de les handenarbeid van de Rijksmiddelbare School van Westerlo waar Goswin toen leraar Nederlands-moraal was.

Het boek werd op 23 maart 1974, de verjaardag van de dichter, voorgesteld in de legendarische Antwerpse privéclub VECU, waar ook de Pink Poets vaak en graag resideerden. Het werd ook ingeleid door een Pink Poet, namelijk Michel Oukhow, docent aan Studio Herman Teirlinck en later ook Rijksinspecteur Onderwijs. Oukhow (overleden in 1997) en Goswin waren/zijn ook allebei lid van een maconiek werkhuis. Goswin zou trouwens later ook een volledige cyclus gedichten opdragen aan zijn logebroeder in het boek Niet elke steenkapper is een vrijmetselaar. Maconieke gedichten. Aanvankelijk had Goswin aan HenriFloris Jespers, een andere bevriende Pink Poet, gevraagd om de inleiding te verzorgen op de boekvoorstelling.

Jespers had echter half ernstig-half grappend gedreigd dat hij zich dan genoodzaakt zag – gezien de titel, de vorm en de thematiek van de bundel – om een inleiding te geven in het thema ‘Blut und Boden’. Dat zag Goswin helemaal niet zitten en hij nam het zekere voor het onzekere en vroeg aan Oukhow om de inleiding te verzorgen.
Dat Mijn bloed bij uitgeverij Contramine verscheen, hoeft niet echt te verbazen. Goswin en Rombouts kenden elkaar persoonlijk. Goswin was ook erg gecharmeerd van de verzorgde, soms bibliofiele publicaties van Contramine. Zijn bundel verscheen als zesde van een Poëziereeks die uiteindelijk zeventig delen zou omvatten. Het eerste deel uit de reeks was de bundel Gastronautikon van Adriaan Peel, later volgden nog bundels van onder meer Ben Klein, Maris Bayar, Werner Spillemaeckers, Patrick Conrad, Marcel van Maele en Henri-Floris Jespers. Het laatste deel was de bundel Wonderplaneet van Annie Reniers, die verscheen in 1991. Alle bundels werden met de hand gezet door Tony Rombouts op zijn Original F.M. Weiler’s Liberty National 2 degelpers met pedaalaandrijving. Hij had die 19e-eeuwse pers overgekocht van de dichter Adriaan Peel, die er eind jaren ’60 een reeks boekjes op had gedrukt in de zogenaamde Lepel-reeks. De bundels uit de Contraminereeks waren vaak fraai geïllustreerd met etsen, tekeningen en litho’s. Een aantal uitgaven groeide dan ook uit tot heuse verzamelobjecten. Bij uitgever Contramine verscheen ook een aantal literaire tijdschriften: Radar, Trap en Het Tienjaarlijks Tijdschrift (dat daadwerkelijk maar eens in de tien jaar verschijnt).
Het object Mijn bloed werd opgenomen in de collectie van Poëziecentrum als onderdeel van de schenking van 15.000 dichtbundels van dhr. Johan Carton.
Deze en andere schatten ontdekken? Dat kan! Bezoek het documentatiecentrum van Poëziecentrum van maandag tot vrijdag van 10u00 tot 12u00 en van 13u00 tot 18u00. Zie ook www.paukeslag.org
