Je gaat aan tafel zitten en doet een doek over je hoofd alsof je een stoombadje gaat nemen tegen je eeuwige verkoudheid. Het is een grote doek die geen licht doorlaat. Je begint je test, er liggen voorwerpen voor je op tafel. De bloemkool herken je, de vulpen, de pingpongbal en het naaigaren. Maar er zijn bizarre voorwerpen bij, contourloos of al te grillig. Die wijzen je op je blindheid, juist doordat ze zo onmiskenbaar aanwezig zijn. Als die voorwerpen woorden zouden zijn, zou het gevoel van ontreddering vele malen groter zijn. Alsof je verloren loopt in een bos zonder bordjes, in een stad waar je de straatnamen niet kunt lezen. Ja, woorden – zodra ze verschijnen in de gedaante van een ondoorgrondelijke taal, soms met andere karakters, roepen ze verwondering op, en soms ook wanhoop. In ieder geval verwarring. Dat gevoel is wat lost in translation is gaan heten.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.