In de jaren ’60 begonnen dichters poëtische installaties te maken. Neerlandicus Kila van der Starre, gepromoveerd op het onderwerp ‘poëzie buiten het boek’, vertelt: ‘Op veel vlakken zag je een democratisering van de poëzie. De vraag die centraal stond: hoe brengen we kunst naar de mensen? De massa werd omarmd, highbrow kunst werd ter discussie gesteld. In 1966 werd ‘Poëzie in Carré’ in Amsterdam georganiseerd en iets later ontstonden bekende poëziefestivals, zoals de Nacht van de Poëzie in België en later in Nederland.’

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.