De negenenvijftig rijmloze gedichten die Wat het raadsel achterlaat, de recentste bundel van Guy Commerman vullen, zijn vormvast – maar hun vorm is ongedwongen. Zij tellen, op een paar uitzonderingen na, drie strofen. De eerste en de laatste strofe tellen drie tot vier versregels, de middelste, die soms werkt als de volta in een sonnet, twee of drie. In poëzie bepaalt de stijl de vorm. Commermans stijl is overeenkomstig zijn vormgeving: compact en beheerst, de taal van iemand die verbaal begaafd is, maar voor de woorden zwicht.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.