De stilte en het onuitsprekelijke – ‘ce qui reste à dire quand tout a été dit’ – zijn dé onderwerpen van Antoon Van den Braembussche – zo ook in zijn nieuwe bundel De schaduw van Morandi. Stilte, zegt Hegel, is als gisting voor de idee, als het onbestemde voorgevoel van iets onbekends, als tasten in het duister waarin uiteindelijk een nieuwe wereld oplicht. ‘Hoe kan ik schrijven en tegelijk spreken “voorbij de woorden”’? vraagt Van den Braembussche zich af, in het woord vooraf bij het boek. LaoTse zei het al: ‘De grootste openbaring is de stilte’.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.