De gedichten van Karel Wasch (1951) in Tegelijkertijd getuigen van een bijzondere fijngevoeligheid en minutieuze waarneming. Zijn stijl is bovendien voorzien van subtiele humor en van een stevige dosis zelfrelativering. Het voorwoord vermeldt dat Wasch de lezer meeneemt op een reis ‘van jeugdliefde naar grote liefde, van dood naar leven, van dwingende, bijna zware taal tot speelse en lichtvoetige woorden’.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.