De Poëziesterren, een tweejaarlijkse actie in kleuterscholen, lagere scholen en sinds vorig jaar ook het secundair onderwijs, schotelt kinderen en jongeren recente Nederlandstalige poëzie voor. En laat hen zelf beslissen welk gedicht hen het meeste raakt. Wat vinden Jan Jambon, Vlaams minister van cultuur (N-VA), en Ben Weyts, Vlaams minister van onderwijs (N-VA), van deze brug tussen hun beleidsdomeinen?
Eleonore Milbou Minister Weyts, minister Jambon, bedankt dat u tijd maakt voor een gesprek over de Poëziesterren. ‘Poëzie is taal die feestviert’, dat is het motto van deze actie die kinderen in het lager en secundair onderwijs laat stemmen voor hun favoriete Nederlandstalige gedicht. Hoe sluit die insteek aan bij uw beleidsdomeinen van cultuur en onderwijs?
JAN JAMBON Als minister van cultuur en ook als taalliefhebber vind ik een brede en laagdrempelige actie als de Poëziesterren een prachtige zaak. Willen we dat volwassenen later zo veel mogelijk toegang vinden tot een genre als poëzie, dan moeten we vroeg genoeg aan taalgevoeligheid werken. Met kwalitatief sterke gedichten kan je kinderen leren houden van het mooiste dat taal voortbrengt: poëzie.
BEN WEYTS We moeten het taalgevoel van kinderen en jongeren op elke mogelijke manier prikkelen. Nederlands is de basis voor ons hele onderwijs, de sleutel tot alle andere kennis, het vak dat alle andere vakken mogelijk maakt. Poëzie kan belangstelling voor en bewondering van taal echt aanwakkeren. Niet iedereen wordt door elk gedicht geraakt, maar uiteindelijk is er voor iedereen wel een gedicht.
EM De Poëziesterren brengen rijke taal op een laagdrempelige manier naar de klas. Minister Weyts, wat is het belang van die rijke taal? Wat leren we kinderen nog wanneer we hun het plezier van taal en poëzie meegeven?
BW Kinderen en jongeren die veel lezen, leren meer verschillende manieren om hun gedachten en gevoelens te uiten. Ze kunnen beter creatief, probleemoplossend en kritisch denken, ze leren meer verbanden leggen en krijgen een veel grotere woordenschat. We weten dat niet alle kinderen thuis opgroeien in een rijk taalmilieu: zeker voor hen is het belangrijk dat we op school investeren in een sterk en rijk en gevarieerd Nederlands. Soms heeft poëzie onterecht nog een beetje een elitair imago, terwijl het eigenlijk een heel laagdrempelige manier is om onze taal en cultuur beter te leren kennen.
EM Minister Jambon, waarom vindt u het belangrijk dat kinderen poëzie leren kennen? Leren smaken?
JJ Herman de Coninck, een van onze bekendste Vlaamse dichters, stond ook voor de klas en gaf les over poëzie. De eerste vraag van zijn leerlingen was natuurlijk: ‘Moeten we dat kennen voor het examen?’ De Coninck antwoordde daarop: ‘Neen, voor het leven’. Het is belangrijk dat al onze kinderen op school kennismaken met poëzie. Het is voer voor verbeelding. Daarnaast vind ik het belangrijk dat poëzie als genre kan overleven in ons kleine taalgebied. Dat doen we door via Literatuur Vlaanderen auteurs, maar ook uitgevers, literaire organisaties en boekhandelaars te ondersteunen die maken dat poëzie een plek in onze samenleving kan innemen.
EM Poëziecentrum en CANON Cultuurcel hebben de kaap van vijf edities gevierd met een bloemlezing met alle gedichten die kinderen de voorbije edities hebben gekozen. Elke school krijgt een exemplaar. Welk gedicht uit die bundel blijft bij u hangen?
BW Als ik er twee gedichten mag uithalen, dan zijn dat ‘Anders’ en ‘Muziekjes’. ‘Anders’ van Joke van Leeuwen is een heel mooi voorbeeld van hoe poëzie de verbeelding prikkelt. Met slechts een handvol beelden opent van Leeuwen hele werelden. ‘Muziekjes’ van de betreurde Stijn De Paepe is ook heerlijk: kort, spitsvondig en raak. Het won de Poëziester voor kleuters, maar ook volwassenen zoals ik herkennen zichzelf en hun kat erin. Dit zijn natuurlijk heel persoonlijke keuzes: iedereen zal waarschijnlijk een andere favoriet hebben. Het is wellicht geen toeval dat er dieren voorkomen in zowel ‘Anders’ als ‘Muziekjes’: de minister van Onderwijs is tenslotte ook die van Dierenwelzijn.
JJ Alle gedichten uit de bloemlezing hebben hun plaatsje verdiend. Als ik er toch eentje moet uitpikken, dan kies ik voor ‘De bende van a en e’ van Kasper Peters. Het is een gedicht waar het taalplezier van afspat. Op een speelse manier toont de dichter hoe letters en woorden in een taal functioneren. Van het gedicht van Bette Westera, ‘Altijd overal’, dat gaat over verlies, word ik telkens een beetje stil. Ook de muzikale bewerking van het gedicht door Tom Kestens vond ik erg geslaagd. Het toont aan hoe je een brug kan slaan tussen poëzie en andere cultuurvormen.
EM Welke ambities en realisaties wenst u de Poëziesterren en Gouden Poëziemedaille nog toe?
BW Hopelijk kunnen er nog veel leerlingen én leerkrachten bereikt worden. Want het is goed dat we ook leerkrachten gedichten aanreiken waarmee zij in hun klas echt aan de slag kunnen. De uitdaging is dezelfde als in ons hele onderwijs: we willen een lage drempel en een hoge lat. Zoveel mogelijk kinderen en jongeren meekrijgen en hen zo ver mogelijk brengen. Een eenvoudig gedicht kan een opstapje vormen naar steeds complexere taal. Hopelijk laten we veel kinderen excelleren en worden de gedichten uit dit project later gekoesterde herinneringen, die worden doorgegeven tussen mensen en generaties.
JJ Dichters die voor onze jeugd schrijven moeten we koesteren, stimuleren en in de bloemetjes zetten. Dat doen Poëziecentrum en CANON Cultuurcel met deze waardevolle prijzen. Het Leesoffensief dat we met deze Vlaamse regering lanceren, wil een echt verschil maken door onze jongeren leesvaardiger te maken. En deze actie deelt hetzelfde einddoel. Een gedicht kan de eerste stap zijn naar een rijkere taal en een groter leesplezier. Ik wens de Poëziesterren dan ook alle succes toe! Mijn felicitaties voor hun mooie werk.