Ik leerde Tine Ruysschaert begin de jaren 80 kennen als student aan het conservatorium. We meldden ons aan voor het toelatingsexamen woordkunst, een maandagmorgen in oktober. Ik herinner mij een Tine die communicatief was, rechtuit en zonder franje. Net als de hele woordopleiding in die tijd had ook het toegangsexamen niet erg veel om het lijf. Ik was geslaagd en begon aan drie jaar woordkunst. Tine gaf enkel les in het derde jaar. Ze was, samen met Herman Verschelden, een van de weinige docenten van wie we echt iets leerden als het ging om techniek, ritme, tempo bij het ‘zeggen’ van teksten. De term ‘voordragen’ had zij toen al lang naar de prullenbak verbannen. Kortom, als docent was zij een autoriteit.
Ik moest een manier vinden om mijn studies te betalen en ik hoorde dat Tine toen al taalcursussen organiseerde in de paas- en zomervakantie. Omdat ik regent Nederlands was, vroeg ik haar of ze mij als leraar kon inschakelen. Daar mag ik haar nog altijd dankbaar voor zijn.
Ik weet dat mijn eindexamen in 1983 niet mijn beste prestatie was en dat ik het aan Tine te danken had dat ik toen mijn ‘eerste prijs’ kreeg. Haar argument was toen dat ‘die jongen met dat diploma tenminste iets zou doen’. Ik ben blij dat ik haar ondertussen gelijk heb kunnen geven.
Tine werd daardoor dus ook een collega, maar zij ervaarde collega’s eerder als concurrenten. Mijn eerste voorstelling na mijn afstuderen speelde ik in oktober van hetzelfde jaar. Tine kwam kijken en ik moest achteraf van anderen horen dat ze het toch maar niets vond. Ze kon niet zo goed om met het bescheiden succes van haar oud-studenten.
Zelf bleef ze tot op hoge leeftijd spelen. Als studenten werden wij verondersteld naar haar voorstellingen te gaan kijken. Marcus, Gezelle, Reinaert, François Villon, Het verdriet van België passeerden de revue. Schitterende vertelvoorstellingen die nu enigszins gedateerd zouden aandoen maar die, gebracht door een sterke persoonlijkheid als Tine, telkens weer konden overtuigen.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.