Wie zie je wanneer je in de spiegel kijkt? En wie is degene die dat evenbeeld waarneemt? Bestaat er zoiets als het zelf, een volmaakt homogene identiteit die een leven lang standhoudt? Filosofen, psychologen, priesters en biologen breken zich daarover al millennia het hoofd, maar een antwoord is nog niet in zicht. Eén ding is zeker: wie langdurig naar zijn eigen spiegelbeeld kijkt, ervaart die ander tegenover zich als een vertrouwde vreemde. Je realiseert je op zo’n moment dat je jezelf niet doorgrondt, dat het ik onkenbaar is. En soms is dat je redding, want niet altijd wil je afdalen in de duisterste krochten van je ziel, waar zich taferelen afspelen die te gruwelijk zijn om gade te slaan.
Dit artikel is enkel voor abonnees
Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.