In mijn studietijd maakte ik voor het eerst kennis met poëzie van De Coninck, ik kreeg een verzamelbundel van een vriendin: Geef me nu eindelijk wat ik altijd al had, een keuze uit zijn gedichten door Kristien Hemmerechts. Veel zinnen en beelden herinner ik me nog, zoals iemand die zwijgt ‘als een vuist die niet meer open kan’, of de gedichten over gemis. Bijvoorbeeld over een gek die telkens met een hamer op zijn hoofd slaat, en als hem gevraagd wordt waarom hij dat doet zegt: omdat het zo prettig is als ik ermee ophoud. Dat wordt dan vergeleken met iemand kwijtraken, maar nog wel aan diegene kunnen terugdenken: een geluk bij een ongeluk.

Dit artikel is enkel voor abonnees

Meld je aan als abonnee of abonneer je om verder te lezen op poeziekrant.be.